Sunday, August 03, 2008

dactylische hexameter...

Dactylische hexameter
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
De dactylische hexameter is de meest gebruikte versvoet voor epische gedichten, waarin zowel de Ilias als de Odyssee van Homerus geschreven zijn, alsook de Aeneis van Vergilius. Ook de Metamorphosen van Ovidius, geen epos, is in de dactylische hexameter geschreven.

Een hexameter is een versregel die bestaat uit zes voeten, gebaseerd op de lengte van de lettergrepen. Het symbool voor een lange lettergreep is een streepje (-), voor een korte lettergreep een boogje (U). Als scheidingsteken tussen de verschillende versvoeten gebruikt men meestal een schuin streepje (/). De in een dactylische hexameter gebruikte versvoeten zijn ofwel:

Een spondee (Spondaeus): lang-lang (in symbolen: --)
Een trochee (Trochaeus): lang-kort (in symbolen: -U)
Een dactylus: lang-kort-kort (in symbolen: -UU)
In de hexameter houdt men geen rekening met rijm e.d., maar komt de nadruk op het metrum te liggen.

De eerste 5 voeten zijn ofwel een dactylus, ofwel een spondee. Hierbij dient gezegd te worden, dat de eerste versvoet vaak een dactylus is, en de vijfde bijna steeds een dactylus; indien de vijfde versvoet toch een spondee is spreken we van een spondeïsch vers. De 6e versvoet is een spondee of een trochee.

Een vers met veel spondeeën klinkt vanzelfsprekend eerder neerslachtig, een vers met dactylen zal eerder vrolijkheid uitdrukken.

In de hexameter wordt vaak een cesuur of rust ingebouwd. Deze bevindt zich meestal in het midden van de derde voet. In andere gevallen staat er een cesuur in het midden van de tweede of de vierde voet, vaak gecombineerd.

Een wat gezocht voorbeeld, dat echter wel de hexameter duidelijk illustreert is:
Traag vaak schreef m'n pen deze zin neder op kleine papiertjes.

In symbolen zou dat zijn: --/-UU/-UU/-UU/-UU/-U

Geef me m'n hoed en m'n jas en m'n tas want ik ga me bedrinken.

In symbolen zou dat zijn: -UU/-UU/-UU/-UU/-UU/-U

Na elke 3e ictus komt een cesuur (rustpunt //). Als dat NIET kan, is het na de 2de en/of 4de ictus. Met de voorbeelden van hierboven:

Traag vaak schreef // m'n pen deze zin neder op kleine papiertjes.

In symbolen zou dat zijn: --/-//UU/-UU/-UU/-UU/-U

Geef me m'n hoed en m'n jas // en m'n tas want ik ga me bedrinken.

In symbolen zou dat zijn: -UU/-UU/-//UU/-UU/-UU/-U

In het Nederlands is echter de lengte altijd gekoppeld aan de klemtoon. Een lange lettergreep is altijd ook hoger en luider dan een korte. Gezamenlijk heet dat klemtoon. In het Grieks en het Latijn echter kon de klemtoon onafhankelijk optreden van de lengte.