Nieuwe dinosaurusfossielen wijzen op plotselinge uitsterving
AMSTERDAM - Recent gevonden fossielen in Rusland doen vermoeden dat dinosaurussen in korte tijd massaal zijn uitgestorven, waarschijnlijk als gevolg van een meteorietinslag. Dat schrijven Belgische wetenschappers in een nieuwe studie.
De paleontologen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen bestudeerden fossielen uit het noordoosten van Rusland, die vermoedelijk 68 tot 65 miljoen jaar oud zijn.
Ze vonden bewijzen voor de aanwezigheid van een grote hoeveelheid verschillende soorten dinosaurussen in die periode. Herbivoren zoals de hadrosaurus leefden naast tweepotige carnivoren zoals de velociraptor.
Grote ramp
Die grote verscheidenheid aan soorten wijst er volgens de wetenschappers op dat de dieren plotseling zijn uitgestorven door een grote ramp, zo meldt het wetenschappelijk tijdschrift Nature.
Over het algemeen wordt aangenomen dat een meteorietinslag op het Mexicaanse schiereiland Yucatán 66 miljoen jaar geleden een grote rol heeft gespeeld bij de uitsterving van de dinosaurussen. Een grote krater vormt het geologische bewijs voor die gebeurtenis.
Voorouders
Niet alle wetenschappers geloven echter dat de dinosaurussen alleen door die meteorietinslag zijn verdwenen. Voorouders van de huidige zoogdieren en vogels moeten de ramp namelijk wel hebben overleefd.
Sommige paleontologen vermoeden dan ook dat veel dinosaurussen al aan het uitsterven waren voor de meteorietinslag, mogelijk door afkoeling van het klimaat.
De studie van de Belgische onderzoekers bewijst echter dat de meeste soorten dinosaurussen vlak voor de inslag in Yucatán nog aanwezig waren.
"We hebben geen aanwijzingen gevonden dat de biodiversiteit van dinosaurussen aan het afnemen was voor de inslag", zo schrijft hoofdonderzoeker Pascal Godefroit.
Of daarmee ook definitief bewezen is dat dinosaurussen allemaal vanwege dezelfde oorzaak uitstierven is nog maar de vraag. "De aanwezigheid van deze dinosaurussoorten komt zeker overeen met de theorie van een plotselinge uitsterving", zo verklaart de gerenommeerde Australische paleontoloog Tom Rich in Nature. "Het is echter nog geen onweerlegbaar bewijs."