Nieuws
Winter in Zuid-Europa
Zacht in Noord-Europa
01 februari 2006 - De winter met sneeuw en stormachtig weer heeft eind januari ook Frankrijk, Spanje en Italië bereikt. Op 30 januari sneeuwde het zelfs in het van recordhitte bekende Cordoba en voor het eerst in ruim 50 jaar in Lissabon!
Sneeuwstorm in Griekenland (bron ERT)
De neerslagcijfers zijn indrukwekkend. Zo lag er op 29 en 30 januari in Lyon 21 cm sneeuw, in Montélimar 30 cm. In de Dordogne lag 22 cm, een hoeveelheid die daar volgens oud KNMI-medewerker Paul de Bruijn, sinds 1986 niet was gevallen. Turijn, waar binnenkort de Olympische Winterspelen paatsvinden, kreeg 29 cm. Ook in Portugal en Spanje sneeuwde het flink, niet alleen in het noorden, waar de meeste sneeuw viel, maar zelfs in de laaglanden van Andalusië en bij Lissabon. Grote delen van Griekenland zijn tussen 24 en 26 januari getroffen door de zwaarste sneeuwstormen in jaren. Zelfs op het eiland Skyros lag op 24 januari tijdelijk 6 cm sneeuw. In het noorden van Griekenland vriest het 5 tot 10 graden.
Zacht in het noorden
Terwijl het midden en zuiden van Europa rillen van de kou is het in de acrtische gebieden uitzonderlijk zacht. Door het aanhoudend zachte weer is er in dit gebied veel minder zeeijs te vinden dan gewoonlijk. Het noordelijke deel van de Atlantische Oceaan lag de afgelopen tijd steeds onder de aanvoer van zachte luchtmassa's. Lagedrukgebieden bij Noorwegen zorgden in dit gebied de laatste tijd voor aanvoer van de zachte lucht en ook het warme water van de Golfstroom kon ongestoord noordwaarts stromen. Ook lokale föhneffecten spelen een rol bij de hoge temperaturen.
Op verschillende dagen kwam het op IJsland amper tot vorst. Op 26 januari noteerde Bolungavik in het noordwesten van IJsland +10 graden, Akurery in het noorden van IJsland noteerde +9 graden. Op het eiland Jan Mayen ten noordoosten van IJsland werd op 25 januari +9,4 graden gemeten, een nieuw record voor deze maand sinds het begin van de meetreeks in 1921.
Op 16 januari zijn op Spitsbergen temperaturen gemeten van +7,7 graden, in januari de hoogste temperaturen in elk geval sinds de jaren zeventig. Het vorige record was 6,7 graden op het meetpunt Longyearbyen in januari 1996. Op Spitsbergen is januari voorlopig zo'n 13 graden warmer dan normaal!
Kou in centraal Europa
Ook het centrale van Europa gaat gebukt onder de winter. Vooral in Polen is het nog steeds bitter koud. Warschua noteerde op 27 januari -20,7 graden, Sulejow op 23 januari -32,1, Zamosc registreerde op 24 januari -31,0 graden. Dat is dicht in de buurt van het kouderecord van -32,6 graden voor deze stad. In het oosten van Duitsland was Uckermünde (officieel weerstation van de Duitse weerdienst) op 23 januari met -23,0 graden de koudste plaats. Een record is dat niet, dat staat op naam van 19 januari 1963 met -26,9 graden.
Moskou acht dagen onder de -20 graden
Op 24 januari vroor het in Moskou voor de achtste opeenvolgende dag meer dan 20 graden, maar inmiddels is het daar minder koud geworden. Opmerkelijk dit jaar was de sterkte van de temperatuurdaling. Voor op 16 januari de temperatuurdaling inzette was het s’ochtends nog -2 graden. In de avonduren wees de thermometer in Moskou al -25 graden, op 18 januari minimum -30,4, maximum -26,9, 19 januari min -30,8, max -25,4, 20 januari min -29,5 graden, max -22,9, 21 januari min -23,3, max -21,7, 22 januari min -23,5, max -19,0, 23 jan min -22,1 graden, max -19,0, 24 jan min -20,8 graden.
In het Europese deel van Rusland werd het op veel plaatsen kouder dan -40 graden. Het weerstation Sura meldde op 17 en 18 januari achtereenvolgens -43,8 en -43,9 graden. Kojnas noteerde op 20 januari -45,2, op 21 januari -44,9 en op 22 januari -41,5 graden. Hier kwam de temperatuur op 17 januari niet hoger dan -40,9 graden!
Russische winter
In Moskou vriest het in januari ’s nachts normaal zo’n 15 graden en de maximumtemperatuur ligt gemiddeld rond -6 graden. Het grootste deel van Rusland kent een harde winter met soms extreme kou. In Pecora in het noorden van Rusland werd op 9 februari 1946 -56,0 graden gemeten. Op zowel 30 als op 31 december 1956 noteerde Kojnas -51,5 graden.
Temperaturen van -40 graden komen, zeker in het continentale gebied bij de poolcirkel waar de zon in de winter in de poolnacht zo’n 50 dagen achtereen niet boven de horizon komt, vaker voor. Het uiterst noordelijk dichtbij zee gelegen Narjan Mar in Rusland, heeft in februari een gemiddelde temperatuur van -18 graden; overdag vriest het er gewoonlijk zo’n 14 graden en ‘s nachts is -22 graden normaal.
Kouderecords van Moskou
De minimumrecords van Moskou sinds rond het midden van de vorige eeuw zijn -38,0 graden op 31 december 1978 en 38,1 graden op 31 januari 1956. De laagste temperatuur van de hele meetreeks in Moskou bedraagt volgens het Wereld Klimaat Systeem van het KNMI -42 graden.
Eens de vijftien jaar zo koud
Uit gegevens van de Climate Explorer van het KNMI blijkt dat Moskou om de twee jaar een winternacht kent met een minimum temperatuur onder de -30 graden. Een 10 daags gemiddelde van de minimumtemperatuur onder de -30 graden is sinds 1950 maar twee keer voorgekomen, in 1950 en in 1956. In 1987 had Moskou voor het laatst een 10-daagse gemiddelde van de minimumtemperatuur van -28 graden; op 12 januari 1987 werd -32,4 graden gemeten. De huidige koudegolf is daar het best mee te vergelijken en de koudste sinds 1987. Een dergelijke koudegolf komt gemiddeld eens in de 15 jaar voor.
Kouderecords Scandinavië
Ook in Scandinavië is de winter hard togeslagen met temperaturen van meer dan 30 graden onder nul. Helsinki noteerde op 22 en 23 januari minima van resp. -24,0 en -23,5 graden en in het noorden van Finland worden temperaturen gemeten van -37 graden. Het kouderecord in Noorwegen is -51,4 graden in januari 1886 in Karasjok, het record van Finland is -51,5 graden in Kittila Pokka gemeten tijdens de koudegolf van eind januari 1999. Voor Zweden bedraagt het recordminimum -53,5 graden in december 1941 in Laxbäcken.