Tuesday, February 14, 2006

nieuws

Nieuwe vissen ontdekt bij Saba

Uitgegeven: 14 februari 2006 07:12
Laatst gewijzigd: 14 februari 2006 09:06

WASHINGTON - Wetenschappers hebben in een onderzees atol bij het Nederlandse Antillen-eiland Saba nieuwe soorten vis en zeewier ontdekt. De experts sluiten niet uit dat het Caribische atol de soortenrijkste zeehabitat in dat gebied van de Atlantische Oceaan is.

Dat is dinsdag bekendgemaakt na een expeditie in opdracht van het bestuur van de Nederlandse Antillen, het Amerikaanse wetenschappelijke Smithsonian Institution en Conservation International in Washington.


Duikers troffen in januari twee nieuwe soorten van de grondel aan, roze en wit. De exemplaren waren ongeveer een centimeter lang. Ook werden een tiental nieuwe soorten zeewier gezien.

In totaal telden de deskundigen ongeveer tweehonderd soorten vis. Tot nu toe waren rond het atol 35 soorten bekend. Volgens Michael Smith van Conservation International wil een Nederlands team volgende maand nog dieper duiken dan de

Zomertaling, slobeend en pijlstaart vormen mogelijk gevaar

Uitgegeven: 14 februari 2006 16:46
Laatst gewijzigd: 14 februari 2006 17:03

RIJSWIJK - Steltlopers en lepelaars zijn de eerste trekvogelsoorten die dadelijk hun snavel in Nederland laten zien. Maar het gevaar voor vogelgriep komt van drie eendsoorten die iets later komen: slobeend, zomertaling en pijlstaart. Dat zegt deskundige Hans Peeters van Vogelbescherming Nederland.

De drie eendsoorten overwinteren in het noorden van Afrika maar ook in zuidelijker streken als de Sahel-zone en Nigeria. In laatstgenoemde land zijn op diverse plaatsen zieke vogels ontdekt. De zomertaling, slobeend en pijlstaart komen doorgaans eind februari, begin maart in Nederland.


Ophokplicht

Volgens Peeters is het echter verstandig dat op 20 februari reeds de ophokplicht ingaat. "Het is niet zo dat er in Afrika een startschot wordt gegeven en dat alle vogels tegelijk vertrekken," aldus de deskundige. "Het hangt van de omstandigheden af wanneer de eerste vogels hier zijn."

Volgens Peeters is het risico niet denkbeeldig dat de vogels de griep in Nederland verspreiden. De eenden kunnen het virus bij zich dragen, zonder zelf ziek te worden. Ze zijn dus ondanks de besmetting sterk genoeg om hun toch te volbrengen.

De zomertaling broedt niet in Nederland maar trekt door. De twee andere soorten leggen wel eieren in Nederland

'Huisstofmijthoezen werken niet bij astmapatiënten'

Uitgegeven: 13 februari 2006 13:27

AMSTERDAM - De hoezen tegen huisstofmijt voor matrassen, kussens en dekbedden verminderen het medicijngebruik bij astmapatiënten niet. Mensen met astma die allergisch zijn voor huisstofmijt en de hoezen gebruiken, moeten net zo vaak de inhalator hanteren als allergische astmapatiënten zonder hoezen. Dat stelt Marjolein de Vries, die vrijdag op dit onderwerp promoveert aan de Universiteit Maastricht.

Het aantal pufjes van de inhalator dat een astmapatiënt tot zich moet nemen, moet zo laag mogelijk blijven. "Hoge doseringen leiden tot meer bijwerkingen", zegt De Vries. "Bijvoorbeeld botontkalking en keelklachten door een schimmelinfectie." Nu zou dus blijken dat de hoezen niet leiden tot minder medicijngebruik.


De hoezen, die enkele honderden euro's kosten, worden voor honderd procent vergoed door de zorgverzekeraar. "Maar daar komt misschien verandering in, nu is aangetoond dat de hoezen niet aantoonbaar werken", zegt De Vries. De promovenda noemt de uitkomst van haar onderzoek 'verrassend'. "Ik had verwacht dat het medicijngebruik door de hoezen wel zou dalen."

De huisstofmijt is een klein, spinachtig beestje dat in huisstof leeft. Het voedt zich met huidschilfers van mensen en dieren en bevindt zich vooral in matrassen, kussens en gestoffeerd meubilair.

Bijna helft hartaanvallen onopgemerkt

Uitgegeven: 14 februari 2006 00:05
Laatst gewijzigd: 14 februari 2006 00:08

ROTTERDAM - Bijna de helft van de mensen met een hartaanval heeft niet door dat ze deze gehad hebben. Uit onderzoek van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam onder 55-plussers blijkt dat per jaar negen op de duizend mensen een hartaanval krijgt, vier daarvan worden niet herkend door patiënt of dokter.

Dat staat in een artikel dat epidemiologen van het Erasmus MC publiceren in het nummer van European Heart Journal dat dinsdag verschijnt. Voor hun onderzoek volgden ze een groep van ruim 5000 mannen en vrouwen uit de Rotterdamse wijk Ommoord.


De uitkomsten zijn in vergelijking met soortgelijke onderzoeken aan de hoge kant, zegt onderzoeker E. Boersma. Dat zou komen omdat bij andere studies naar hartinfarcten gekeken werd naar mensen die al eerder een hartaanval hebben gehad. Een nieuwe attaque zou daardoor moeilijker vast te stellen zijn.

Pijn

Hartaanvallen kunnen onopgemerkt blijven als klachten als erge pijn op de borst met uitstraling naar de linkerarm uitblijven.

Zware griep

Patiënten bij wie achteraf een hartaanval wordt ontdekt, geven vaak wel aan dat ze zich een tijdlang beroerd hebben gevoeld, alsof ze een zware griep hebben gehad. Of ze hadden ernstige bovenbuikklachten die ze niet in verband met een hartinfarct brachten.

Vrouwen krijgen minder hartaanvallen dan mannen, maar herkennen ze minder snel: ruim de helft van de vrouwelijke patiënten had niet door dat ze een hartaanval hadden, voor mannen was dat een derde.

Pijnprikkels

Boersma kan alleen maar speculeren over de oorzaak van dit verschil: "Vrouwen beleven pijn anders dan mannen. En misschien zijn ze meer gericht op een ziekte als borstkanker dan hart- en vaatziekten." Ook suikerziektepatiënten hebben een hartaanval minder snel in de gaten, waarschijnlijk omdat ze pijnprikkels minder snel opmerken.

Dat ook huisartsen hartinfarcten bij hun patiënten niet altijd herkennen, is hen niet euvel te duiden, vindt Boersma. "Dat gebeurt gewoon. Artsen valt niets te verwijten."

Screenen

Mensen met een onopgemerkte hartaanval hebben een lagere levensverwachting dan gezonde mensen. Zij zouden meer aspirine moeten nemen, wat de kans op bloedstolsels verkleint, cholesterolverlagende middelen of andere medicijnen die de kans op een tweede aanval verkleint. Boersma en zijn collega's hebben niet onderzocht of het de moeite waard is om bepaalde bevolkingsgroepen standaard te screenen op hartfalen.

Nieuws
Sneeuwrecords in Duitsland en Oostenrijk



14 februari 2006 - Op verschillende plaatsen in Duitsland en Oostenrijk zijn nieuwe sneeuwhoogterecords bijgeschreven. Zo lag er op 11 februari in Passau 62 cm waarmee het vorige record uit 1958 is overtroffen. Hier ligt al is sinds 18 november sneeuw.

De uitzonderlijke sneeuwval deze winter hangt samen met de voortdurende afwisseling van hoge- en lagedrukgebieden waarbij de depressies vanuit Scandinavië via Duitsland naar het zuidoosten trokken. In het overgangsgebied tussen de zeer koude en veel zachtere lucht leidde dat tot intensieve neerslag die door stuwing in de bergen nog verder werd geactiveerd.

Vooral in het Türinger Wald, het Ertsgebergte en het oosten van Beieren is bijzonder veel sneeuw gevallen. Plaatselijk ligt meer dan twee meter sneeuw. Inmiddels is een einde gekomen aan de sneeuwval maar woensdag en donderdag wordt er opnieuw zo’n 50 cm verse sneeuw of 50 mm regen verwacht. Regen èn dooiwater kunnen in het stroomgebied van de Donau tot grote wateroverlast leiden.
Voor de waterstand in de Rijn hoeven we in Nederland voorlopig niets te vrezen. Maatgevend voor de Rijn is de afvoer vanuit de Bodensee en de stand van de Bodensee is extreem laag
Lawinegevaar
Ook het noorden van Oostenrijk is bedolven onder de sneeuw. De lawinediensten waarschuwen voor aanzienlijk lawinegevaar, fase 3 op de internationale lawineschaal. Ook eerder deze winter is in het Duits-Oostenrijkse grensgebied uitzonderlijk veel sneeuw gevallen. De Oostenrijkse weerdienst maakte begin januari al melding van nieuwe sneeuwrecords. Zo lag er in Linz am See op 4 januari 115 cm. Het record was 97 cm in januari 1963. Andere sneeuwrecords zijn Lilienfeld (85 cm), Litschau (85 cm), Allensteig (72 cm) en Freistadt (50 cm).

Overlast door zware sneeuw
De sneeuw zorgt met name in het zuiden van Duitsland en Oostenrijk voor enorme overlast. In delen van Beieren en Oostenrijk is de noodtoestand van kracht omdat de daken de sneeuwlast niet meer kunnen dragen. Volgens de Deutscher Wetterdienst weegt een kubieke meter poedersneeuw 50 kilo. Dezelfde hoeveelheid samengedrukte plaksneeuw weegt zo'n 200 kilo en die hoeveelheid als natte sneeuw kan meer dan 500 kilo wegen.

Goede wintersportcondities
De sneeuw en de vorst zorgen ondertussen wel voor uitstekende wintersportcondities, vooral in het oosten en zuiden en dat blijft voorlopig zo. In het Ertsgebergte in Duitsland ligt 130 tot 190 cm, onder meer op de Fichtelberg. Op de Brocken in de Harz ligt 212 cm sneeuw en in het Zwarte Woud 80 tot 100 cm. In de Eifel en op de Hunsrück ligt minder dan 20 cm.

( opmerking; alle overheden vergeten echter dat een combinatie van het te snel stijgen van de temperaturen een te snelle stijging kan betekenen voor de rivieren door geheel europa deze zullen zeer grote hoeveelheden water te verduren krijgen welke door de snelle stijging van het waterniveau grote problemen kunnen veroorzaken op de druk van bv dijken.
vanuit het westen komt een gebied aan waar veel regen in zit en hogere temperaturen wat zeerr snelle dooi in werking zal zetten met alle gevolgen van dien.)