Sunday, December 26, 2010

Menselijke tijdwaarneming of... ( geen commentaar.nl)

Rekenkunst uit het Jaar Nul Auteur Ger,


Hoe is het mogelijk dat het vermeende geboortejaar van een bijbels personage genaamd Jezus van Nazareth ruim 2 millennia later nog steeds gebruikt wordt als ijkpunt voor de westerse jaartelling; en daarmee voor die van de hele moderne wereld? (Merkwaardig genoeg ook door overtuigde atheïsten!) Het lijkt een harnekkige erfenis uit de vroege Middeleeuwen.

Onze van oorsprong Romeins-christelijke jaartelling werd pas in 525 opgesteld door de Scytische monnik Dionysius Exiguus. Tot dan toe werden jaren gedateerd aan de hand van de consuls die regeerden over Het Eeuwige Rome, hoewel jaartallen soms ook werden berekend als de tijdsduur die verlopen was sinds de stichting van de stad – ab urbe condita – in 753 v. C. De telling van Dionysus Exiguus raakte overigens pas echt in zwang nadat de Engelse monnik Beda Venerabilis, de eerbiedwaardige Bede (672-735), rond 731 zijn zeer invloedrijke Historia ecclesiastica gentis Anglorum uitbracht.

De concurrerende islamitische kalender heeft als begindatum gekozen voor 16 juli 622, ná Christus uiteraard. Dit is overigens niet de geboortedag van de belangrijkste profeet van de islam; Mohammed werd namelijk geboren rond 570. Het is wel het jaartal van diens gedwongen migratie vanuit Mekka naar de stad Yathrib, het latere Medina. Deze veelbewogen reis, de hidjra, vormt al sinds 638 het ijkpunt voor de islamitische jaartelling. Jaartallen worden analoog aan Anno Domini, gedateerd met het gelatiniseerde achtervoegsel AH (Anno Hedgira).


Complicatie hierbij is evenwel dat de islamitische kalender geen zonnekalender is, zoals de onze, maar een maankalender van zo’n 354 dagen. Dit geldt trouwens ook voor de Joodse kalender. Deze laatste, met 12 maanden van om en om 30 en 29 dagen, maakt echter (i.t.t. de islamitische kalender) wél gebruik van schrikkeldagen om hem in de pas te laten lopen met de Gregoriaanse kalender van 365,2425 dagen. In elke periode van 19 jaar wordt volgens een ingewikkeld schema om de 2 of 3 jaar de schrikkelmaand ‘Tweede Adar’ ingevoegd, van (meestal) 30 dagen. Dit principe is in de islam evenwel verboden: in soera 9 At Tawbah (‘het berouw’), ayah 37 van de Koran legt Allah nogmaals fijntjes uit waarom intercalatie in strijd is met zijn vele andere ondoorgrondelijke geboden. Gevolg hiervan is dus dat de islamitische kalender elk jaar 11 dagen inloopt op de onze. Het is bij de Marokkaanse buren dus niet het jaar 1387, maar reeds 1431 AH. Dat schiet lekker op.

De joodse kalender wijkt ook af van de christelijk-westerse en de islamitische in het feit dat het een zogenaamde Anno Mundi-kalender is, die data berekend aan de hand van een (fictieve) scheppingsdatum. Bij de Joden is dat 3761 v.C., reden dat zij inmiddels zijn aangeland in het jaar 5771. Het Joodse nieuwjaarssfeest Rosj Hasjana heeft net op 9 en 10 september plaatsgevonden. De data van Rosj Hasjana liggen niet vast. Het feest vindt namelijk exact 163 dagen (een half jaar) na de eerste dag van Pesach plaats, waardoor het in de tijd varieert van 5 september t/m 5 oktober.) De verwante Byzantijnse kalender, o.a. in gebruik van 988 tot de val van Byzantium in 1453 en in de Oosters-Orthodoxe kerk (691-1728), is al wat verder gevorderd: we schrijven nu het jaar 7519. Hij wordt nu eigenlijk niet meer gebruikt.

Een andere Anno Mundi-kalender van de vrijmetselaars is gebaseerd op de berekeningen van de Iers-Anglicaanse aartsbisschop James Ussher (1581-1656) die uitkwam op een schepping op de avond van 23 oktober 4004 voor Christus. Een paar jaar meer of minder doen er volgens de vrijmetselaars echter niet toe: ze tellen bij elke datum keurig 4000 jaar op, met de achtervoeging A.L. of Anno Lucis, jaar van het licht: 6010 AL dus.

Tot slot de Chinese jaartelling. In welk jaar leven Chinezen eigenlijk, behalve in het Jaar van de Tijger? De Chinezen berekenden hun data traditioneel vanaf de regeerperiode van Huang Di, ook wel de Gele Keizer genoemd. Deze ‘oerkeizer’ en stichter van de Chinese cultuur regeerde van ca. 2697-2598. Als dit eerste jaartal als beginpunt genomen wordt, wat meestal gebeurt, is het nu dus 4707.

In oktober 1911 kwam met de Xinhai Revolutie en het afzetten van de laatste keizer Pu-Yi het Chinese Keizerrijk na 4600 jaar officieel ten einde. Na de oprichting van de Republiek China werden officiële gebeurtenissen voortaan gedateerd als jaar van de Minguo (de Republiek), met 1912 als jaar 1. Na het uitroepen door Mao Zedong van de Volksrepubliek in 1949, raakte dit systeem op het Chinese vasteland in onbruik. In het moderne China gebruikt men eigenlijk uitsluitend de westers-christelijke jaartelling. Op Taiwan hanteert men echter deze Minguokalender nog wel. Op 1 januari 2010 vierde men het begin van het 99e jaar van het tijdperk van de Republiek.

Lees ook Standing on The Shoulders of Giants, waarin ik gisteren inging op het tegenovergestelde fenomeen: de utopisch gemotiveerde neiging om een eindpunt of -doel te willen zien in de geschiedenis.

Link Categorie: Kunst & Cultuur / Religie / Wetenschap
Tags: kalender

Wie was Dionysius Exiguus:

Met dank aan: Wikipedia, de vrije encyclopedie

De grote historische betekenis van de Scytische monnik en tijdrekenaar Dionysius Exiguus, die, afkomstig uit een landstreek in of nabij het deltagebied van de Donau, zich omstreeks het jaar 500 in Rome vestigde, is tweeërlei: 1 hij introduceerde de christelijke jaartelling (ook Anno Domini jaartelling genoemd) door haar in zijn paastabel te gebruiken; 2 uit deze zeer nauwkeurige paastabel kon twee eeuwen later Beda Venerabilis' Paascyclus voortkomen, door middel waarvan uiteindelijk alle toekomstige Juliaanse kalenderdata van Paaszondag definitief werden vastgelegd. Reeds volgens Dionysius Exiguus' Paastabel viel Paaszondag op zijn vroegst op 22 maart en uiterlijk op 25 april (zie kolom G van Dionysius' tabel). Dionysius’ paastabel is een voortzetting van de aan de Juliaanse kalender aangepaste Alexandrijnse paastabel die toegeschreven werd aan patriarch Kyrillos van Alexandrië. In Dionysius’ paastabel zijn de kalenderjaren (zie kolom A van Dionysius' tabel - zie externe link) genummerd niet volgens de jaartelling van keizer Diocletianus, zoals in de aan Kyrillos toegeschreven paastabel nog wel het geval was, maar volgens zijn nieuwe Anno Domini jaartelling, die bedoeld was te zijn begonnen met Jezus’ incarnatie.

Dionysius Exiguus presenteerde zijn paastabel (die betrekking heeft op de jaren 532 tot en met 626) in of kort voor het jaar 526 aan officiële vertegenwoordigers van paus Johannes I, helaas zonder onmiddellijk succes. Gedurende de ruim een eeuw die daarop volgde bleef de controverse omtrent de juiste data van Paaszondag die al sinds het eerste concilie van Nicaea bestond tussen de kerk van Alexandrië en de kerk van Rome voortbestaan. In het jaar 616 werd Dionysius Exiguus' Paastabel door een anonymus uitgebreid tot een paastabel betrekking hebbend op de jaren 532 tot en met 721; het is deze tabel die door de kerk van Rome werd aanvaard (omstreeks het jaar 650) en door Beda Venerabilis werd gebruikt (omstreeks het jaar 720) om zijn paascyclus te construeren.

De christelijke jaartelling werd als een coherent systeem voor het dateren van historische gebeurtenissen door Beda Venerabilis in gebruik genomen in het jaar 731, maar werd door de kerk van Rome pas omstreeks de eerste millenniumwisseling voor het eerst gebruikt en pas in de tweede helft van de elfde eeuw definitief in gebruik genomen.

In het Europa van de vroege middeleeuwen kende niemand het cijfer of het getal nul. Niettemin wekt de aanwezigheid van het Latijnse woord ‘nulla’ (dat 'geen' betekent) in de derde kolom van zijn paastabel de indruk dat Dionysius Exiguus dat belangrijke getal wel kende. Er is echter niets waaruit we zouden kunnen afleiden dat zijn 'nulla' een echte 'nul' was (hij gebruikte het in elk geval niet in zijn berekeningen). Men moest in het middeleeuwse Europa tot in het tweede millennium wachten eer men de beschikking kreeg over het getal nul.