Friday, April 25, 2008

natuur in het nauw Galapagos eilanden ( bron MO nieuws)

Passievruchten verstikken Galapagoseilanden

Guave is één van de plantensoorten die de Galapagos eilanden inpalmt


Braamstruiken, guave en passievruchten bedreigen de unieke natuur van de Galapagoseilanden. De uitheemse struiken verstikken lokale planten en verspreiden zich snel, waardoor ze een groter probleem vormen dan uitheemse diersoorten.

Traditioneel zijn het vooral uitheemse diersoorten als katten, honden, geiten, varkens en bovenal mensen die als grootste probleem gelden voor het kwetsbare ecosysteem op de archipel. Maar de laatste tijd zijn het vooral de planten die de biologen zorgen baren.

Een programma dat jaren geleden gestart werd om braamstruiken uit te roeien op het eiland Santa Cruz, één van de meest populaire toeristische bestemmingen, is nog altijd niet in zijn opzet geslaagd. “De bramen, de guave en de quinine zijn hier, en ze blijven hier”, zegt Javier Cando, die als gids werkt op in het Nationaal Park.

Cando kan het weten. Hij is geboren en opgegroeid op Santa Cruz. Zijn ouders waren veehouders en hij zag als kind zijn vader al strijd leveren met de guave en de braamstruiken. “Zo gaat het al 25 jaar,” zegt hij. “Ik denk niet dat het lukt om ze voorgoed weg te krijgen – we kunnen ze alleen maar zo goed mogelijk binnen de perken proberen te houden.”

Elk van de dertien eilanden in de archipel heeft een eigen, uniek ecosysteem, maar ze hebben allemaal zwaar te lijden onder de invloed van uitheemse soorten. Vinken en andere dieren die migreren van eiland naar eiland verspreiden immers zaden van vruchten en ander plantenmateriaal via hun uitwerpselen. Kleinere zaden worden door de wind verdeeld over de hele archipel. De beste manier om de passievruchten, braambessen en guave in toom te houden is via ouderwetse handenarbeid waarbij de planten uitgetrokken worden.

Uitheemse diersoorten vormen ook een probleem, maar die zijn vaak makkelijker aan te pakken. Katten, honden, geiten en varkens werden geïntroduceerd door zeelui. “De varkens waren het makkelijkste, die konden we gewoon neerschieten”, vertelt Ramiro Tomala, een medewerker van het Nationaal Park Galapagos. “De geiten waren moeilijker want die trokken zich terug in de hooglanden.” Ze bleken zich bovendien razendsnel aan te passen aan de omstandigheden en leerden door de schaarste aan zoetwaterbronnen zelfs zeewater drinken. Op een bepaald moment telde Santa Cruz 130.000 geiten, maar die populatie is nu teruggebracht tot ongeveer 300. “En we proberen die laatste driehonderd ook nog te pakken te krijgen”, zegt Tomala. Ook katten en honden worden systematisch neergeschoten of vergiftigd.

Evenwichtsoefening
Toeristen worden minder streng aangepakt, maar ook hun aantallen worden ingeperkt. Per jaar kent de Ecuadoraanse overheid tachtig vergunningen toe aan reisagentschappen. Het blijft wel een erg wankel evenwicht tussen milieubescherming en toerisme. “Het is niet makkelijk”, geeft Cando toe. “Het toerisme is hier echt van de grond gekomen in de jaren zeventig en sindsdien is het blijven groeien. Maar je moet weten dat toeristen niet welkom zijn op grote stukken van de eilanden. Zelfs ik, een geboren Galapagiaan, kan op sommige eilanden niet komen.”

Ook Tomala vindt het een moeilijke evenwichtsoefening tussen toerisme en bescherming. “Ecuador heeft beide nodig”, zegt hij. “Er moeten strenge wetten komen, en die moeten ook streng toegepast worden. Het toerisme is niet te stoppen. Maar de inwoners van de eilanden vormen een groter probleem dan de toeristen. Ze zorgen voor luchtvervuiling met hun auto’s, ze laten huisdieren verwilderen en ze bouwen gebrekkige rioleringssystemen.”