Aardbeving kostte landbouw in Sichuan miljarden
De schade van de aardbeving die vorige maand China trof bedraagt voor boeren in de provincie Sichuan 3,81 miljard euro. Dat heeft de Landbouw- en Voedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO) gezegd.
Ongeveer dertig miljoen mensen buiten de grote steden verloren het grootste deel van hun bezittingen en het zal drie tot vijf jaar duren voordat de landbouw- en veeteeltsector in Sichuan enigszins is hersteld, zegt de FAO. De organisatie baseert de gegevens op een bezoek van een delegatie aan het getroffen gebied, waar door de aardbeving van 12 mei in totaal zeventigduizend mensen de dood vonden.
De ramp kostte ruim drie miljoen varkens het leven, veroorzaakte de instorting van graanschuren en bracht grote schade toe aan landbouwmachines. Enkele dorpen verloren tot zeventig procent van hun vee, aldus de FAO.
De tarwe die nog op het land stond kon niet worden binnengehaald en de reeds geoogste tarwe ging grotendeels verloren. Door tekorten aan pesticiden en kunstmest lopen tevens komende oogsten gevaar.
De Chinese autoriteiten verzochten de FAO de wederopbouw in Sichuan te coördineren. De organisatie zal zich daarbij vooral richten op kunstmest, pesticiden en landbouwwerktuigen, zodat kan worden gewerkt aan het herwinnen van landbouwgronden. Op de lange termijn zal worden gewerkt aan het herstel van waterreservoirs, de bescherming van vee en de opleiding van boeren. (novum/hlnsydney)
01/07/08 03u08