Egyptische amuletten
De magische werking van amuletten is nogal divers. Alleen al door zijn vorm kan de amulet de kracht van het uitgebeelde op de drager overbrengen. Maar sommige materialen hebben van zichzelf al magische krachten. Ook kunnen kleuren een bijzondere werking hebben. Tenslotte kan de magie en verschillen per individu, moment en plaats.
Er zijn meer dan driehonderd typen amuletten bekend, verdeeld in godenfiguren, dierenfiguren, lichaamsdelen, gebruiksvoorwerpen en hiërogliefen. Heel populair waren amuletten in de vorm van een Horus-oog of van een hart-vaas. Amuletten, die meestal in serie werden gemaakt, kwamen vooral veel voor tijdens de nadagen van de Egyptische beschaving.
Late Periode (7de-4de eeuw v.Chr.), h. tjet 7,1 cm
Amuletten zijn kleine voorwerpen of ornamenten die geacht worden een levende of een dode tegen gevaren te beschermen of van bijzondere macht te voorzien. Het geloof in dergelijke voorwerpen is ook tegenwoordig in vele culturen wijd verbreid. Ook de Egyptenaren hechtten grote waarde aan de werking van amuletten. In prehistorische grafvelden vinden we de doden al toegerust met kralen kettingen van bijzondere materialen of voorzien van speciale hangers en andere figuurtjes. De magische werking van een amulet kan immers berusten op verschillende aspecten.
Allereerst berust de magie van een amulet op de vorm. Een amulet stelt een bepaalde godheid, een dier, een lichaamsdeel, een schriftteken of ander abstract symbool voor, en draagt door die overeenkomst in vorm ook de magische kracht van het uitgebeelde. Ten tweede kan het gaan om materiaalmagie: bepaalde materialen die in de natuur worden gevonden of door de mens worden gemaakt, gelden als geladen met bovennatuurlijke eigenschappen. Ten derde speelt ook de kleursymboliek mee: in iedere cultuur hebben bepaalde kleuren een speciale betekenis, die voor een deel is afgeleid van natuurlijke omstandigheden maar deels ook alleen te begrijpen is voor de dragers van die cultuur. Ten vierde dient een amulet op een bepaalde plaats op het lichaam, op een bepaald moment of door een bepaalde persoon te worden gedragen om echt effectief te zijn. Al met al leert de studie van amuletten ons veel over hoe de Egyptenaren dachten over het functioneren van de natuur en van het menselijk lichaam.
Het gebruik van amuletten speelde in Egypte altijd een grote rol. De grens tussen sieraden en amuletten is vaak nauwelijks te trekken. In totaal zijn er tegenwoordig meer dan driehonderd verschillende typen Egyptische amuletten bekend. Ze stammen uit alle perioden van de geschiedenis en sommige vormen bleven duizenden jaren achtereen populair. In het laatste millennium voor Christus nam het gebruik van amuletten (althans in de graven) geweldig toe. Vaak worden er tientallen exemplaren gevonden tussen de windsels van een enkele mummie. Het lijkt wel alsof de Egyptenaren met de toenemende politieke moeilijkheden van die periode, en met de voortschrijdende verarming van grote delen van de bevolking, deze kleine en goedkope figuurtjes als hun laatste redmiddel zagen. Amuletten werden in deze tijd massaal vervaardigd van faience, een geglazuurd keramisch materiaal dat als pasta in mallen kon worden afgedrukt en dan werd gebakken. Toch zijn de betere exemplaren nog vaak uit steen gesneden. De hier getoonde amuletten zijn vermoedelijk alle uit de Late Periode en vertegenwoordigen de meest gebruikelijke typen.
Zeer populair waren kleine godenfiguurtjes van beschermende machten. Hiertoe behoort Bes, de dwerggod die met zijn afschrikwekkende leeuwenmasker ieder kwaad verdrijft. De zogenaamde pataeke was een dwergfiguur die met de opstandingsgod Ptah-Sokaris-Osiris was verbonden. Op zijn hoofd draagt hij vaak een scarabee, eveneens een teken van opstanding. De god met de jakhalskop is Anoebis, de beschermer van de begraafplaats en van de mummie. Het zwangere nijlpaard is een afbeelding van Taweret, de speciale beschermster van vrouwen en kinderen. Figuurtjes van Nephthys en van Isis met haar kind Horus verwijzen naar de Osiris-mythe en bieden de overledene als nieuwe Osiris goddelijke hulp bij het overwinnen van de dood. Al deze figuurtjes zijn vervaardigd van faience en hebben een groenblauw glazuur. Deze kleur moet weer als symbool van leven worden gezien.
Van de dierfiguren waren de belangrijkste de Apis-stier , die met Osiris en Ptah verbonden was, en de ram van de god Amon. De scarabee of mestkever als opstandingssymbool was misschien wel de meest voorkomende dieramulet en deed tevens dienst als zegelsteen in ringen. Een zeer algemeen amulet was ook het kwaadafwerende oog, ook wel Horus-oog of wedjat (het welvarende) genoemd. Dit is in feite de afbeelding van een der ogen van de valkvormige hemelgod Horus (vandaar de merkwaardige krullen eronder die de patronen van een valkenkop weergeven). Meestal dacht men dan aan het maanoog, dat volgens een oude mythe iedere maand weer vernietigd wordt en dan door de goden weer wordt hersteld. Ook het hart, in de gedaante van een vaasvormig object, behoort tot de meest gebruikelijke amuletten. De verklaring daarvoor schuilt in de opvattingen betreffende het dodengericht, waarbij het hart immers door de goden werd gewogen.
Late Periode (7de-4de eeuw v.Chr.), h. Isis 6,0 cm
Bepaalde attributen, zoals miniatuurkronen, moesten de status van de dode in het hiernamaals verhogen, een gedachte die al in de figuurfriezen op de lijkkisten uit het Middenrijk tot uiting komt. Ten slotte is er een aantal amuletten te noemen die door middel van tekens uit het hiërogliefenschrift abstracte begrippen uitbeelden. De meest bekende hiervan is het levensteken of hengselkruis. een teken dat in het Egyptische schrift de klankwaarde anch heeft. Heel algemeen zijn ook de djed-pijler van Osiris, ook bekend als een teken van duurzaamheid, en de beschermende tjet-strik van Isis. Die strik wordt ook wel Isis-bloed genoemd en heeft gewoonlijk een rode kleur. Ook de papyruszuil behoort tot deze groep. Deze voorstelling van een papyrusstengel is een weergave van de hiëroglief wadj (groen, welvarend, gezond) en is ook altijd groen van kleur.