Thursday, October 11, 2007

weeralarm voor Oost Spanje en mist voor Nederland Bron; knmi

11 oktober 2007 - Terwijl in Oost-Spanje een Weeralarm geldt voor zware buien (www.meteoalarm.eu) houdt in ons land het rustige herfstweer met kans op mist aan. Mist kan zeker in het verkeer verraderlijk zijn, vooral in mistbanken die het zicht bij vlagen sterk verminderen.

Grondmist (foto: Peter de Vries, KNMI)
De weerkundigen spreken van mist als het zicht in horizontale richting door kleine in de lucht zwevende waterdruppeltjes wordt beperkt tot minder dan 1000 meter. Bij dichte mist is het zicht minder dan 200 meter, bij zeer dichte mist minder dan 50 meter. Over korte afstanden van soms nog geen honderd meter kunnen enorme verschillen optreden in het zicht.

Het KNMI heeft mede aan de hand van satellietbeelden veel onderzoek gedaan naar mistvorming en mistgevoelige plaatsen. Door gebruik van specifieke stralingseigenschappen van mist kunnen ook in de nacht mistvelden zichtbaar worden gemaakt op satellietbeelden.

Mist op de snelweg
De vorming van mist hangt af van veel factoren, zoals begroeiing, reliëf en de nabijheid van open water. Mist ontstaat bij voorkeur in de buurt van sloten of boven laaggelegen weilanden. Dat gebeurt bij rustig weer in hogedrukgebieden met vochtige lucht. Een beetje wind kan zorgen voor verplaatsing van een heel mistgebied, waardoor het zicht in een bepaalde omgeving opeens kan veranderen. De eerste mist zien we dus meestal langs de weg en mistbanken die de weg opdrijven lossen daar in eerste instantie op door luchtbeweging en warmte van het verkeer. De mistvrije "tunnel" kan op sommige weggedeelten een tijdje standhouden, maar op andere plaatsen hangen de mistbanken meteen over de weg. Vooral zo'n situatie, met grote verschillen in zicht, is gevaarlijk voor verkeer dat pas in de mist snelheid mindert.

Mistklimaat
De kans op mist is het grootst tussen oktober en januari, vooral na zonsondergang en met name vlak vóór zonsopkomst. In het binnenland telt een maand in het mistseizoen 8 tot 10 mistdagen, aan zee 5 tot 7. In het voorjaar en in de zomer is het aantal mistdagen ongeveer de helft van dat in de herfst. Bovendien lost de mist na zonsopkomst door de warmte ‘s zomers veel sneller op. In de zomer blijft de mistduur beperkt tot hooguit een paar uur, terwijl mist in het najaar of de winter soms de hele dag blijft hangen. ’s Avonds, wanneer het afkoelt, wordt de mist meestal dikker.

Mistmetingen
Het horizontale zicht wordt op de weerstations gemeten met een transmissometer of een scatterometer. Dergelijke mistmeters zijn ook te vinden langs start- en landingsbanen op vliegvelden en bij autowegen. Ze zien eruit als een paal met twee naar elkaar gerichte “camera’s”. De een bevat een zender die een lichtbron uitzendt, de ander is de ontvanger. Het signaal dat de ontvanger binnenkrijgt wordt zwakker naarmate het zicht minder is.