Brabanders dupe van Opstand tegen Spanje
TILBURG - De opstand onder leiding van Willem van Oranje, Maurits van Nassau en de Staten-Generaal tegen de Spaanse bezetter in de 16e en 17e eeuw was geen glorieuze bevrijdingsstrijd maar een misdadige oorlog waarvan de Brabantse bevolking de dupe was. Dat conludeert onderzoeker Leo Adriaenssen.
Willem van Oranje
Hij promoveert eind oktober aan de Universiteit van Tilburg op het proefschrift 'Staatsvormend geweld. Overleven aan de frontlinies in de meierij van Den Bosch, 1572-1629.' Volgens hem is het nodig dat de Nederlandse geschiedschrijving over de Tachtigjarige oorlog wordt herzien. „Het heldhaftige beeld van de bevrijdingsstrijd dat nu bestaat, is absoluut niet representatief. Willem van Oranje maakte met zijn tactiek van de verschroeide aarde zich schuldig aan oorlogsmisdaden tegen zijn eigen bevolking.”
Vooral de plattelandsbevolking in de frontlinies was het slachtoffer. Onder meer in Brabant en de IJsselstreek vielen veel slachtoffers. Archiefonderzoek toont volgens Adriaenssen aan dat in de Meierij 70 procent van de bevolking tussen 1580 en ongeveer 1600 het leven liet. Mede door de terreurcampagne van de 'vader des vaderlands' Willem van Oranje en diens zonen Maurits en Frederik Hendrik.
Volgens Adriaenssen was er sprake van een uithongeringspolitiek, waarbij Staatse troepen stelselmatig oogsten verwoestten, landerijen onder water zetten en dorpen verbrandden. Hij meent dat de mate van geweld tijdens de Tachtigjarige oorlog niet te verantwoorden is. „De Brabantse plattelandsbevolking had geen enkel belang had bij een nieuwe staat. De voornaamste cliĆ«nten van Willem van Oranje waren Hollandse kooplieden. Dit was geen bevrijdingsoorlog van het volk, maar van een belangenclub die veilig achter het Hollandse water zat.”
De onderzoeker zet daarom vraagtekens bij het Wilhelmus. „Ik heb niets tegen het volkslied, maar het blijft vreemd dat onze nationale identificatie berust op het verheerlijken van een vorst die oorlogsmisdaden tegen zijn eigen bevolking beging.”