Tuesday, January 23, 2007

Gewoon te weten...

Gevoelstemperatuur

In de wind kan het kouder aanvoelen dan uit de wind, windchill genaamd. Het warmteverlies onder invloed van de wind wordt uitgedrukt in een soort gevoelswaarde van de temperatuur, ook wel gevoelstemperatuur genoemd. De bekendste berekeningsmethode is die van Robert Steadman, die uitgaat van het evenwicht tussen warmteverlies en warmteproductie van een gezond persoon. Het KNMI vermeldt de gevoelstemperatuur alleen als het snijdend koud is, bij gevoelstemperaturen van -15 graden of lager. De gevoelstemperatuur geldt ook voor hitte: warm en vochtig weer dat drukkend aanvoelt. Robert Steadman ontwikkelde daarvoor de hitte index, waarin de warmteoverdracht tussen lichaam en omgeving is ondergebracht. De hitte index, die geldt voor zonnig weer, wordt bepaald uit een combinatie van temperatuur en vochtigheid.

Geofysisch jaar (Geosfeer)

In 1957-1958 vond het Internationaal Geofysisch Jaar plaats eigenlijk het derde Pooljaar. De naam werd echter veranderd omdat het accent volledig lag bij geofyische waarnemingen. Het Nederlands Nationaal Comité voor het Geofysisch Jaar onder auspicën van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen stond onder voorzitterschap van Prof. Dr. Ir. F.A. Vening Meinesz, tussen 1945 en 1951 hoofddirecteur van het KNMI. Zeker 60 landen namen deel aan deze grootse wetenschappelijk onderneming met gedurende anderhalf jaar waarnemingen op zo'n 2000 meetpunten.


Getij

Het astronomisch getij is het regelmatig heen en weer gaan (rijzen en dalen) van het zeewater veroorzaakt door de aantrekkingskracht van zon en maan op het water ( Astrosfeer).
Dat leidt tot hoogwater en laagwater. De periode van hoog naar laagwater wordt vallend water of afgaand tij genoemd, van laag- naar hoogwater noemt men rijzend water of opkomend tij.

Galileï ( termosfeer)

De Italiaanse wiskundige Galileo Galilei (1564-1642) wordt algemeen gezien als de uitvinder van de thermometer. In 1593 bouwde hij een thermoscoop, een instrument met een lange, rechte buis die van boven was afgesloten door een glazen bol. Het andere (open) uiteinde stond in een bak water stond. Hoe warmer het werd, hoe meer de lucht in de bol uitzette en hoe verder de waterkolom in de buis omlaag werd gedrukt. De thermoscoop, die beschouwd wordt als de voorloper van de thermometer, werd eerst gebruikt om de wijntemperatuur te meten en mogelijkheden voor koeling te onderzoeken. De in Alkmaar geboren natuurkundige Cornelis Drebbel maakte in 1612 een vergelijkbaar instrument, waardoor hij ook wel genoemd wordt als uitvinder van de thermometer. Dankzij hem kreeg het instrument in ons land bekendheid.

Hydrosfeer

Alle water op aarde, dus het geheel van oceanen, zeeën, rivieren, ijs- en sneeuw en ook het grondwater.

Hygrosfeer

Vochtigheidsgraad vaak in procenten uitgedrukt

Kring om de zon

In dunne wolkensluiers, waar de zon doorheen schijnt, is vaak een gekleurde kring rond de zon te zien. De kring ontstaat door breking en weerkaatsing van het zonlicht in de ijskristalletjes, waaruit die hoge wolken bestaan. Deze optische verschijnselen die, in mindere mate, ook bij de maan te zien zijn, worden halo's genoemd. Een kring rond zon of maan werd in een ver verleden als iets onheilspellends gezien, wat in veel volkswijsheden tot uiting komt .""Een kring om de zon, daar huilen vrouw en kinderen om; een kring om de zon, water in de ton"". Vaak is het een voorteken van slecht weer.


lenticularis

Lenticularis wolk (februari 2006) in Flaine nabij de Mont Blanc in Frankrijk (foto: Eline Nijhoff)
Wolken kunnen lensvormig zijn. Die opvallende vormen danken hun ontstaan aan wind of golfvormige beweging van lucht onder invloed van heuvels of bergen. Dergelijke lensvormige wolken worden volgens de Latijnse wolkenbenaming lenticularis wolken genoemd. De lenswolk dankt zijn ontstaan aan bergruggen in de omgeving of waarboven de wolk hangt. Wanneer de wind met een flinke kracht tegen de berg blaast wordt de lucht gedwongen te stijgen. Aan de achterzijde van de berg daalt de lucht dan weer. Een lenswolk blijft daarom min of meer permanent boven dezelfde plaats hangen, terwijl de lucht gewoon verder stroomt. Vorming van lenswolken kan duiden op snelle stromingen in de hogere luchtlagen of plotseling toename van de wind op een bepaalde hoogte.