Mitose
Wij groeien bij de gratie van het feit dat na de bevruchting een eicel zich begint te delen. Één wordt twee, vier, acht, zestien, enzoverder. Dit proces noemt men mitose: de cel snoert zich in tweeën, waarna deze delen een eigen leven gaan leiden én het proces verder zetten.
Uiteindelijk heeft een mens zo 10.000.000.000.000 cellen. Tot nu toe was dit proces vrij onduidelijk te volgen, maar daar is nu verandering in gekomen door de publicatie in het vakblad Science. En... het lijkt een rommelige bedoening.
Voor we tot de kern van de zaak overgaan geven we nog mee dat de spermakwaliteit in de Benelux niet langer verbetert. Dat zegt toch professor-emeritus Frank Comhaire in de krant De Morgen. "De voorbije twee jaar beginnen we veel van de kwaliteit die we de laatste jaren hadden teruggewonnen, weer te verliezen. In 2005 bleek de beweeglijkheid van de spermatozoïden om tot de eicel te geraken duidelijk verbeterd door een dalend gehalte aan dioxines in het milieu. Maar die vooruitgang is de laatste twee jaar dus gestagneerd - de schuld van onder meer pesticiden en zware metalen in het milieu. We zitten nog altijd maar aan 60% van de spermakwaliteit van 20 jaar geleden", aldus Comhaire.
Een ringvormig snoer
Celdeling is vrij complex. In essentie wordt mitose gestuurd door een ring van eiwitten die zich vormt op wat de evenaar van een cel kan worden beschouwd. Vervolgens snoert deze zich samen om de cel te splitsen. De eiwitten bestaan grotendeels uit actine en myosine. Deze eiwitten zijn ook verantwoordelijk voor de contracties in spieren.
Onduidelijkheid en inzicht
Het was onduidelijk hoe de eiwitring ontstond. Zoals eerder gezegd is daar nu zicht op gekomen door een beschrijving van het proces in het vakblad Science: een rommelige bedoening die ringvorming, met eiwitten die elkaar aantrekken en min of meer willekeurig "vastgrabbelen", om uiteindelijk een ordelijke samentrekking in gang te zetten.
Het inzicht werd verkregen door individuele actine- en myosine-eiwitten met fluorescerende kleuren te merken zodat hun bewegingen in detail konden worden gevolgd. Het proces begint met een zestigtal "knopjes" van vooral myosine die - op het ogenblik dat een deling nodig is - in willekeurige richtingen filamenten van actine uitsturen. Als zo een filament een ander "knopje" raakt wordt het aangetrokken en vastgegrepen. Maar als het "knopje" voelt dat hij niet in de juiste richting meewerkt, laat hij het filament na ongeveer 20 seconden weer los om te wachten op een nieuwe - en hopelijk - betere gelegenheid.