Wetenschappers die de Noordzee bestuderen, hebben in zee restanten gevonden van een verloren land met menselijke nederzettingen. Volgende week ontrafelen onderzoekers enkele mysteries rond 'Doggerland'.
Het land was ooit het leef- en jachtgebied van mensen. Maar ruim 5.000 jaar geleden overstroomde het doordat het laatste ijs uit de ijstijd smolt. Door deze klimaatverandering kwam de zeespiegel omhoog. Meren, bergen, zoutwatermoerassen, kustlijnen en rivieren zijn helemaal verdwenen in zee. ‘Het karakteristieke land dat we gevonden hebben, behoorde duizenden jaren geleden toe aan honderduizenden mensen en ontelbaar veel soorten dieren. Ze zijn allemaal vergaan’, vertelt leider van het onderzoek professor Vince Gaffney tegen de Sunday Times.
Het verloren land kwam aan het licht door seismologisch onderzoek van oliemaatschappijen die op zoek zijn naar olie en gas in de Noordzee. Ook vissers halen regelmatig resten van dieren op uit zee, zoals mammoeten en herten. In 1931 werd een harpoen van bot gevonden op de zeebodem in Norfolk. Dichterbij Noorwegen zijn ook stenen werktuigen in zee gevonden.
Volgens Gaffney zou het prehistorisch landschap nog groter zijn geweest dan Engeland nu. Er bevonden zich tal van dorpen rond de kustlijnen en rivieren, op een diepte van 137 meter onder de huidige zeespiegel. Gaffney is werkzaam bij het Institute of Archeology and Antiquity van de universiteit van Birmingham.
Meer details gaat hij onthullen op het British Association’s Festival of Science, dat volgende week in York plaatsvindt. Zoals de manier waarop zijn team de restanten vond van een groot meer, beter bekend als het Outer Silver Pit. Het meer vloeide naar de grootste rivieren in Noord-Europa. Aan de oostkant van het meer lagen de golvende Dogger bergen, die het fundament zijn van de beruchte Dogger Bank zandbank. Daar komt de naam vandaan voor de ‘Atlantis van de Noordzee’: Doggerland.