Buitenland
zo 28 mei 2006, 17:52
Dodental aardbeving Indonesië komt boven de 4300
AMSTERDAM - Overlevenden van de aardbeving die zaterdag het Indonesische eiland Java trof zochten zondag in de puinhopen van hun huizen naar iets eetbaars en smeekten om hulp. Vele landen hebben hulp beloofd of zelfs al gestuurd, maar het zal nog wel enige tijd duren voor de hulpverlening goed op gang komt.
Foto: REUTERS
Zondagavond was het dodental van de beving gestegen tot boven de 4.300. Duizenden gewonden liggen nog in de overvolle ziekenhuizen. De 200.000 mensen die dakloos zijn geworden en schuilplaatsen hebben gemaakt van plastic, canvas of zelfs karton, kregen zondagavond tot overmaat van ramp bakken regen over zich heen.
"Tot nu toe heeft niemand van de regering enige zorg voor ons getoond" , zei Brojo Sukardi in een dorp in het district Bantul waar bijna alle huizen in puin lagen. "Zeg alstublieft tegen de mensen dat ze ons moeten komen helpen."
De beving, die een momentmagnitude had van 6,3, richtte verwoestingen aan in de provincie Yogyakarta in het hart van het dicht bevolkte Java. Het zwaarst getroffen werd de stad Bantul, waar 2.400 doden vielen en tachtig procent van de huizen instortte. Elektriciteit en telefoon vielen uit.
"Ik moet mijn leven weer van nul af beginnen", zei Poniran, die zijn 5-jarige dochter Ellie verloor. Toen hij haar uit het puin van hun huis opgroef ademde zij nog, maar ze overleed terwijl zij in het ziekenhuis met honderden andere gewonden lag te wachten op behandeling. "Haar laatste woorden waren 'pappa, pappa'," zei Poniran.
Vanwege de vele naschokken brachten tienduizenden mensen de nacht van zaterdag op zondag op straat door. Zondag tegen de middag waren maar liefst 450 naschokken geregistreerd, waarvan de zwaarste een momentmagnitude had van 5,2. Overlevenden doorzochten de restanten van hun huizen op nog bruikbare spullen. Zij klaagden over gebrek aan hulp. "We hebben van alles nodig - kleren, eten, water, alles is weg. We zijn arme mensen, maar ons leven is evengoed belangrijk", zei de 63-jarige Budi Wiyana.
Artsen deden hun best om alle gewonden te behandelen. Honderden gewonden waren buiten de overvolle ziekenhuizen neergelegd op stukken plastic, matjes en zelfs kranten. Sommigen waren aangesloten op infusen die in de bomen hingen.
De Borobudur, de beroemde 7de-eeuwse boeddhistische tempel, bleef ongeschonden. Een dichterbij gelegen en eveneens veelbezocht hindu-tempelcomplex, de Prambanan, liep wel zware schade op.
Tachtig kilometer ten noorden van het epicentrum van de beving ligt de vulkaan Merapi, die al weken hete gas en as uitstoot en volgens deskundigen op uitbarsten staat. De vulkaan stootte na de beving een grote wolk hete as en stenen uit, maar omdat de bewoners van de berg al waren geëvacueerd raakte niemand gewond.
President Susilo Bambang Yudhoyono is met een team ministers naar het rampgebied gekomen om de reddingsoperatie te leiden. Hij heeft het leger ingezet om slachtoffers te evacueren.
Vanuit de hele wereld is inmiddels medeleven met de slachtoffers betuigd. Maleisië stuurde meteen reddingsteams en noodhulp en veel andere landen in Azië hebben teams en hulp toegezegd. Ook Australië, Nieuw-Zeeland, de Europese Unie en de Verenigde Naties hebben toezeggingen gedaan.