CHENGDU - In de dagen voorafgaand aan de zware aardbeving in de Chinese provincie Sichuan treden merkwaardige natuurverschijnselen op. Zijn het voortekenen van een beving?
In de nabijgelegen provincie Hubei loopt op 6 mei het Guanyin-meer, gevuld met 80.000 kubieke meter water, in vier uur tijd volledig leeg. Vier dagen later melden inwoners van het dorpje Tanmu, op 100 kilometer van het latere epicentrum, dat tienduizenden padden massaal gaan trekken.
De Chinese autoriteiten schrijven de verschijnselen toe aan veranderende weersomstandigheden. Ze manen verontruste inwoners om weer aan het werk te gaan. Was het aantal slachtoffers beperkt gebleven als de autoriteiten de voortekenen serieus hadden genomen?
Een paar dagen voor een aardschok in 1975 evacueren de Chinese autoriteiten de meer dan 100.000 inwoners van de stad Haicheng. Opvallende veranderingen in de grondwaterstand, vreemd gedrag van dieren en talloze voorschokken brengen de autoriteiten tot het besluit.
De beving, met een kracht van 7,3 op de schaal van Richter kost maar een beperkt deel van de inwoners het leven. Was de stad niet gevacueerd, dan hadden mogelijk 150.000 mensen de dood gevonden.
Een jaar later, bij een catastrofale beving in de buurt van de stad Tangshan, blijven waarschuwingen uit. Dat kost naar schatting 250.000 mensen het leven.
Seismologen zijn het er niet over eens of vreemde natuurverschijnselen kunnen wijzen op een aanstaande aardbeving. Ook met moderne wetenschappelijke middelen vallen ze niet of nauwelijks te voorspellen.
Toch is de regelmaat waarmee aardbevingen zich voordoen een betrouwbaarder indicatie dan bijvoorbeeld vreemd gedrag van dieren. Op basis van de interval tussen eerdere bevingen kunnen wetenschappers ongeveer aangeven wanneer zich een nieuwe voordoet. De Japanse aardbevingsdeskundige Teruyuki Kato houdt zich al jaren bezig met onderzoek naar aardschokken. „Door de verschuivende aardlagen en de samenstelling van de lagen kunnen we een bepaalde regelmaat vaststellen”, aldus Kato in een interview met deze krant uit 2005. „Aan de hand van fossiele boomstammen in de bodem kunnen we de leeftijd van de aardlagen traceren. Dan blijkt dat onregelmatigheden in de aardkorst, ontstaan door eerdere aardbevingen, met een bepaalde regelmaat terugkomen.” Deze manier van voorspellen verkeert echter nog in een prematuur stadium.
Collega’s van Kato voorspellen aardbevingen aan de hand van elektromagnetische golven. Kato ziet daar niet zoveel in. „Er is nog geen geloofwaardige theorie over deze manier van voorspellen. Bovendien is er zo veel straling in de lucht, dat de betrouwbaarheid niet hoog kan zijn.” Toch kan de Japanner deze onderzoekers niet negeren. „Er zou een relatie kunnen zijn. Het elektromagnetisch veld is inderdaad zeer gevoelig voor ondergrondse bewegingen en spanningen.”
Een voorbeeld dat op een mogelijke relatie wijst, is de belevenis van een vrachtwagenchauffeur, kort voor de aardbeving in het Japanse Kobe, in januari 1995. De radio in zijn auto viel in de buurt van de stad tien minuten voor de aardbeving uit.
Ook het gedrag van de meerval vlak voor een aardbeving zou op een verband tussen elektromagnetische straling en een beving kunnen wijzen. Kato: „Deze vis is zeer gevoelig voor elektromagnetische straling en reageerde daarop meer dan eens bij een aardbeving.
Ruim 200 jaar geleden was er nagenoeg geen wetenschap in Japan. De mensen dachten dat de oorzaak van de aardbeving een woedende meerval was die in zijn slaap was gestoord. Dit is dus waarschijnlijk niet uit de lucht gegrepen.”
Al deze voorspellingen zeggen echter weinig tot niets over het precieze tijdstip en de mogelijke kracht van een beving. Het is dan ook de vraag of de trekkende padden en het weggelopen water het grote aantal slachtoffers in Sichuan hadden kunnen voorkomen.
bron : http://www.refdag.nl/artikel/1343153/Aardbeving+nauwelijks+te+voorspellen.html
