
Vossen rukken op naar Vlaamse steden
In Londen zijn stadsvossen berucht en beroemd, maar ook in de Vlaamse steden duiken ze op. Na hun aanwezigheid in Brussel onderzoeken biologen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek nu ook de opmars van vossen in Gent.
In Londen zijn stadsvossen alomtegenwoordig. Onlangs verschenen in de Britse pers foto's van een vos die 's nachts door de gangen van de metro kuierde. Het weekte verhalen los van bijvoorbeeld een vrouw die elke avond bezoek krijgt van een vos.
Hij komt binnen langs het kattenluikje, eet het bakje van haar kat leeg en nestelt zich daarna op haar schoot. Taferelen die bij ons nog niet aan de orde zijn, maar vossen zoeken wel stilaan hun plaats in de steden.
"Het is een logisch proces", zegt bioloog Koen Van Den Berge van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO). "De vos was uitgeroeid, maar begin jaren negentig is hij Vlaanderen weer gaan herkoloniseren. Vlaanderen is stilaan helemaal "dichtgevloeid" met territoria van vossen. De steden blijven als eilanden over. Dat zijn de laatste plekken die de vossen zullen innemen."
In Brussel werd in het verleden al onderzoek verricht naar de stadsvossen. Hun populatie ging er van 2001 tot 2003 op vooruit van één naar vier nesten per vierkante kilometer. Omdat het fenomeen nog altijd weinig gedocumenteerd is in Vlaanderen, startte het INBO vorig jaar ook een onderzoek.
"Sinds 2008 onderzoeken we een gebied van 100 vierkante kilometer rond Geraardsbergen", legt Van Den Berge uit. "We hebben de nesten rond Gent geïnventariseerd en enquêtes gedaan bij doelgroepen zoals taxichauffeurs, die vaak 's nachts op de baan zijn. Daaruit blijkt dat vossen wel degelijk aanwezig zijn in de rand rond Gent. We zullen nog niet snel vossen zien op de Korenmarkt, maar in Wondelgem gaan ze redelijk ver centrumwaarts en aan de Dampoort hebben ze een relatief rustig gebied rond de spoorwegen.
In de Bourgoyen, een natuurgebied aan de rand van de stad, zijn ze uiteraard ook aanwezig. Het proces is gaande. We hebben oormerken aangebracht bij jonge vossen die nu nog aan de rand van de stad leven om na te gaan waar ze naartoe zullen trekken."
In de onderzochte 100 vierkante kilometer komen nu zo'n vijftien à twintig vossennesten voor. Stadsvossen zorgen niet noodzakelijk voor problemen. De vroegere angst voor hondsdolheid is niet meer nodig, want de ziekte is uitgeroeid. "Een vossenlintworm vormt een theoretisch risico voor de mens, maar die komt amper voor en vermijd je door elementaire hygiëne. Was je handen als je in de tuin hebt gewerkt", zegt Van Den Berge. (SVB)